Onderzoek naar
 
Containervaart   vs.   de Betuwelijn
 
 

Inleiding

Door de plannen om de Betuweroute (BR) aan te leggen, voornamelijk voor vervoer van containers van en naar Rotterdam, heeft ondergetekende een onderzoek gedaan naar de huidige situatie van containervervoer over water van en naar Rotterdam.

Persberichten maken melding van een snelle ontwikkeling van containervervoer via het water. De aanzet tot dit onderzoek is de vraag die hiermee naar voren komt: als die ontwikkeling doorgaat, zal dan in het jaar 2006 wanneer de BR in gebruik zal komen, die BR niet al overbodig zijn?

Om een indruk te krijgen van de huidige stand van zaken, is gekozen voor directe waarneming van de realiteit: tellen van het aantal schepen dat containers vervoert op de Merwede en tellen van het aantal TEU (Twenty feet Equivalent Units) aan boord van elk schip. En met gebruikmaking van deze waarnemingen en andere gegevens die verderop worden behandeld, de potentiële overslag in Rotterdam door deze schepen te berekenen en vervolgens te vergelijken met gegevens van de overslag van containers in Rotterdam afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Tegelijk is onderzoek gedaan naar het energieverbruik van de schepen. Speciaal is berekend het gemiddeld specifieke verbruik van alle schepen tezamen uitgedrukt in Megajoule per tonkm (MJ/tonkm). Dit is van belang om vergelijking te maken met vervoer per spoor en over de weg. In de rapportages over de BR wordt als tweede reden voor de aanleg aangevoerd dat dit vervoer per spoor zoveel gunstiger is voor het milieu ( voorzover het de uitstoot van schadelijke gassen betreft), als eerste reden geldt de "noodzaak om de achterlandverbindingen van Rotterdam te verbeteren".

 

Waarnemingen op de Merwede

De waarnemingen zijn gedaan vanaf september 1996 tot eind april 1999 in Gorinchem (waar de waarnemer woont). De containerschepen op de Merwede bij Gorinchem hebben stroomafwaarts als voornaamste bestemmingen de havens van Rotterdam en Antwerpen. Vanaf deze havens stroomopwaarts de binnenhavens in het achterland. De belangrijkste haven daar is Duisburg (grootste containerbinnenvaarthaven in Europa).

Omdat op het punt van waarneming niet te onderscheiden is welke schepen van en naar Antwerpen of Rotterdam komen resp. gaan, is alle lading (gelost+geladen) naar Rotterdam toegerekend. In wezen is het onderscheid Antwerpen/Rotterdam niet van belang in dit onderzoek. Het gaat om een indruk te hebben van het ladingspotentieel van de waargenomen vloot.

De waarnemingen zijn gedaan door zogenaamde "multimomentopnamen": op verschillende tijdstippen de scheepvaart op de rivier observeren. Deze opnamen werden alleen overdag gemaakt. Op deze manier zijn tot nu toe 245 verschillende schepen geteld met containerlading. Als containerschip werd elk schip genoteerd dat geheel of voor het merendeel containers vervoerde. Van elk schip werd genoteerd, voorzover mogelijk:

 
  • naam
  • thuishaven
  • stapeling TEU
  • datum en tijd van passage
  • vaarrichting
  • lengte en breedte
 
Werd een schip opnieuw waargenomen dan werden dezelfde gegevens geregistreerd ter controle van de eerdere waarnemingen.

 

Resultaten

Potentiele overslag1) in Rotterdam/jaar
 
Aantal waargenomen schepen = 245
 
Vaarafstand 225 km2) 540 km3) CBS4)

TEU        5.937.170        2.702.390        5.386.314
20-ft containers 1.900.030 864.810 1.668.498
idem, met lading 1.634.030 743.705 1.426.503
40-ft containers 2.018.740 918.786 1.858.408
idem, met lading 1.736.060 790.171 1.639.902

Overslag ton/jaar 50.044.500 22.777.300 45.310.977
 
 
 
Energieverbruik
 
Vaarafstand 225 km2) 540 km3)

Beladingsgraad 90 % 90 %
Ton/container 14,85 14,85
Containers met lading 86 % 86 %
Coeff. waterweerstand 0,80 0,80
Coeff. luchtweerstand 1,17 1,17
Stroomsnelheid, gem. 1,24 m/s 1,24 m/s
Vaarsnelheid, gem.
(tov stroomsnelheid)
3.95 m/s 3.95 m/s
Vaartijd op 23 uur 55.3 uur
Vaartijd af 12 uur 28.9 uur
Stookwaarde gasolie 36 MJ/l 36 MJ/l
Motorrendement 30 % 30 %
Dagen/jaar varen 300 300
Gem. vaarcyclus 3.1 dagen 6.8 dagen

Gem. specifiek MJ/tonkm 0,449 0,449
 
 
 
1) Overslag = gelost + geladen
2) Rotterdam - Duisburg
3) Rotterdam - Frankfurt
4) Centraal Bureau voor de Statistiek, Overslag van containers in Rotterdam 1997, tabel 22.

 

Enkele gevolgtrekkingen

1. Thans, eind april 1999, kan de overslag van containers in Rotterdam door binnenvaartcontainerschepen ruimschoots worden gerealiseerd bij een vaarafstand van 225 km (R'dam-Duisburg). Bij een vaarafstand van 540 km is dat bijna 50 % van de overslag in Rotterdam.
 
2. Als de BR in 2006 gereed zal zijn, dan valt te verwachten dat tot die tijd nog wel meer schepen voor containerbinnenvaart in de vaart zullen komen. Daarmee zal de vraag, in de inleiding gesteld over de noodzaak van de BR, nog wel dringender worden.

 

Ontwikkeling van de containeroverslag in Nederlandse zeehavens.
(Statistisch jaarboek 1995 voor 1980-1994, voor 1995, 1996 en 1997: Vervoer van eenheidslading per zeeschip, tabel 22, uitgave CBS).

Jaar Tonnage

1980 16.746.000
1985 23.381.000
1990 31.942.000
1992 35.872.000
1993 37.270.000
1994 39.920.000
1995 39.821.152
1996 42.641.667
1997 47.392.290
 

Het blijkt dat in 1995 de stormachtige ontwikkeling van de containeroverslag plotseling tot staan is gekomen en zelfs terug is gelopen, zij het gering. In 1996 heeft de trend zich hersteld.