Onderzoek naar
 
Containervaart   vs.   de Betuwelijn
 
 

Bijlage 2 - Berekening van de overslag

 
Van elk schip wordt berekend:

 
  • Maximum lading in TEU.
  • Netto lading in TEU.
  • Lading verdeeld in 20-ft- en 40-ft-containers.
  • Lading in ton als netto inhoud van de containers.
  • Vaarcyclus tussen R'dam en Duisburg en tussen Rotterdam en Frankfurt.
 

De maximum lading is berekend uit de stapeling van TEU, die maximaal op een schip mogelijk is volgens de waarnemingen. De lading, in ton vracht, is berekend uit de netto lading TEU, de verdeling van 20-ft- en 40-ft-containers over de lading (zie verderop voor de verdeling van 20-ft- en 40-ft-containers over het schip), percentage containers met lading en de gemiddelde lading per container met lading.
(Berekend uit: vervoer van eenheidslading per zeeschip, tabel 22, uitgave 1995, 1996 en 1997 van CBS)

 

Vaarcyclus in dagen

Een vaarcyclus omvat:

 
  1. In beginhaven: wachttijd, lostijd, laadtijd.
  2. Vaartijd, rusttijd, opvarig naar eindhaven.
  3. In eindhaven: wachttijd, lostijd, laadtijd.
  4. Vaartijd, rusttijd, afvarig naar beginhaven.
 

De vaarcyclus bepaalt hoe vaak een schip per jaar heen en weer kan varen tussen begin- en eindhaven. Volgens commissie Hermans kan 300 dagen over de Betuweroute per jaar worden gereden. Gerekend wordt eveneens met 300 dagen dat over de Merwede (en natuurlijk de Rijn) kan worden gevaren (hoog-, laagwater, ijs, onderhoud, incidentele stremmingen). Dan wordt dezelfde berekening van de overslag gemaakt voor alle schepen tezamen.

Voor de uitvoering van de berekeningen zijn enkele vereenvoudigingen toegepast:

 
  1. De netto beladingsgraad van alle schepen is 90% van de max. TEU per schip.
  2. De gemiddelde lading per 20/40-ft-container bedraagt 14.85 ton.
    (berekend uit: vervoer van eenheidslading per zeeschip, CBS)
  3. Alle schepen varen tussen R'dam en Duisburg,of R'dam en Frankfurt.
  4. Alle schepen varen met dezelfde snelheid t.o.v de stroomsnelheid.
  5. De verdeling van 20-ft- en 40-ft-containers,al of niet met lading,in de overslag van R'dam, geldt ook voor de verdeling van die containers op de containerschepen.
    (CBS: Vervoer van eenheidslading per zeeschip, tabel 22)
  6. De gemiddelde wachttijd, resp. de aangenomen wachttijd is gelijk voor alle schepen in begin- en eindhaven.
  7. De gemiddelde los/laadtijd per container is gelijk voor alle schepen in begin- en eindhaven.
 

 

De vaarcyclus

1. Wachttijd
Uit berekeningen bleek dat de schepen in de haven van R'dam niet meteen bij aankomst worden gelost of geladen. De tijd die verstrijkt vóórdat met lossen of laden wordt begonnen, is gedefinieerd als wachttijd.

Van enkele schepen was het mogelijk een benadering te maken van de wachttijd en de los- en laadtijd in Rotterdam. Voorlopig is gerekend met een benadering van gemiddeld 10 uur wachttijd per schip.

N.B.: Mogelijk wordt de wachttijd benut als rusttijd (zie verderop vaar- en rusttijd). Voor de berekening van de vaarcyclus wordt hier niet vanuitgegaan.

 
2. Laad-lostijd per container
In artikelen in het Algemeen Dagblad en de Telegraaf van 6-2-1996 is sprake van lossen en laden van de 'Regina Maersk', een zeeschip voor containers die 6000 containers kan vervoeren. Er wordt gelost met 5 kranen en binnen twaalf uur werden 1300 containers gelost. Daaruit valt te berekenen de los/laadtijd per container:

    1300/12/5 = 21.7 containers/uur.

    60 min/21.7 = 2.8 minuten/container/kraan.

Volgens "Met het oog op morgen, brochure ECT" wordt de los/laadtijd:

    5,76/2 min/cont/kraan = 2,88 minuten/container/kraan.

Voor het lossen en laden van containers van binnenvaartcontainerschepen wordt gerekend met:

    3 minuten/container/kraan.

 
3. Vaar- en rusttijd
Voor de vaartijd van Rotterdam naar Duisburg is het gemiddelde genomen van 23 uur (brochure "De Betuwelijn ligt er natuurlijk allang" van NPRC). Voor de terugreis (afwaarts) 12 uur (zelfde brochure).

Verder geldt de wet vaartijden en bemanningssterkte (zie onder) die bepaalt dat per etmaal maximaal 14 uur, respectievelijk 18 uur mag worden gevaren. De rest van de dag is voor rust bestemd.

Voor de berekening van de vaar- en rusttijd tussen Rotterdam en een verderop gelegen haven is de volgende formule van toepassing:

    VR = V + INT(V/Ve) * (24-Ve)

waarin:

    VR = Vaar-en rusttijd heen of terug in uren.
    V = Vaartijd heen of terug in uren.
    Ve = Maximale vaartijd per etmaal in uren.

Voor Rotterdam - Duisburg wordt dit:

    VRopvarig = 23 + INT(23/14) * (24-14) = 33 uur
    VRafvarig = 12 + INT(12/14) * (24-14) = 12 uur.

N.B.: In deze berekening is gekozen voor maximaal 14 uur varen per etmaal. Maximaal 18 uur varen is ook mogelijk met een uitgebreidere bemanning. Hier ligt een optimaliseringsvraagstuk: loont extra bemanning om de vaartijd te verlengen en de rusttijd te bekorten? Dit valt echter buiten het bestek van dit onderzoek.

 

Wet vaartijden en bemanningssterkte op binnenschepen, ingevoerd per 1 jan 1995.

  • Maximum 14 uur varen per etmaal.
  • Bemainngssterkte:
    • schepen tot 70 meter: 1 schipper met 1 matroos.
    • schepen van 70 tot 86 meter: 1 schipper met 1 volmatroos.
    • schepen boven 86 meter: schipper +stuurman+volmatroos.
  • Maximum 18 uur varen is ook mogelijk, maar dan is vereist: 2 schippers+ 1 stuurman+2 matrozen.